Interview Bartel Geleijnse en Kees Klomp
Deze twee lichtende voorbeelden van betekenisvol ondernemerschap mocht ik interviewen voor ons boek 'Ongekend Talent' dat vooral gaat over het feit dat mensen met een 'afstand tot de arbeidsmarkt' eigenlijk gewoon bijzondere talenten zijn die zeer zinvolle carrières kunnen ontwikkelen.
Herwaardering van waarde(n)
Bartel: ‘We moeten ons realiseren dat we allereerst gewoon mensen zijn. Ik ben me daar door The Colour Kitchen zelf veel bewuster van geworden. Door het thema en de oplossing centraal te stellen en zichtbaar te maken, wordt iedereen veel meer bewust. Iedereen die betekenisvol onderneemt – ongeacht de reikwijdte of impact – zou een voorbeeld kunnen zijn voor de rest. Ik vind dat horen bij je ontwikkeling al onderneming: niet alleen voor jezelf gaan. Straal uit wat je hebt geleerd, waar je je bewust van bent geworden en met welke oplossingen je bezig bent. Maak het onderdeel van je missie om anderen te inspireren en als voorbeeld te dienen. En werk alsjeblieft samen met “minder verlichte” instellingen of bedrijven. Zet je niet af tegen het systeem waar je nota bene zelf onderdeel van bent (geweest). Jezelf op een voetstuk van righteousness plaatsen en neerkijken op de rest werkt niet. Uiteindelijk willen we harmoniseren. Je mag heus wel openstaan voor het feit dat jij verder bent dan anderen. Help ze.’
Kees: ‘Het is noodzakelijk dat er een waarderingsmodel komt waarin niet alleen financiële variabelen van belang zijn. Betekenisvolle ondernemers kiezen er nadrukkelijk voor om maatschappelijke winst en waarde net zo serieus te nemen als monetaire winst en waarde. Ik heb dat wel eens helden- dom genoemd. Betekenisvol ondernemen is overigens niet per definitie een verstandige keuze, want het maakt je bedrijf ook (financieel) kwetsbaarder. Een belangrijke les die we van conventionele ondernemers kunnen leren is hoe cruciaal het is om ook (en vooral) je zakelijke shit op orde te hebben.’
‘STRAAL UIT WAAR JE JE BEWUST VAN BENT GEWORDEN EN MET WELKE OPLOSSINGEN JE BEZIG BENT. MAAK HET ONDERDEEL VAN JE MISSIE OM ANDEREN TE INSPIREREN.’
Wat ik ontzettend waardeer en respecteer is de enorme voorbeeldfunctie die uitgaat van betekenisvolle ondernemers die laten zien dat het kan. Dat zij het vermogen hebben om het anders te doen, houdt in dat jij dat ook kan. Ik vind het een ontzettend inspirerend en motiverend idee dat iemand de slavernij in de chocoladebranche aanpakt. En het is toch fantastisch dat iemand anders een succesvolle horecaformule kan bouwen rondom de filosofie dat ze jonge mensen met een enorme afstand tot de arbeidsmarkt op willen leiden zodat ze kunnen (her)intreden? Zulke ondernemers nemen alle extra problemen, belemmeringen en dilemma’s voor lief, want dat is juist waar ze het voor doen. Zij bewijzen dat het nieuwe waardeparadigma werkt. Wie kijkt vanuit het oude waardeparadigma zou al dat extra gedoe er nooit bij nemen. Ondernemen is zo al lastig genoeg. Bovendien kost het geld om betekenisvol te ondernemen. Dat is slecht voor de bottomline en dus doen we het niet.’
‘UNFAIR WORDT STEEDS NADRUKKELIJKER ONBESPREEKBAAR.’
Eerst doen, dan delen
‘Ik vind het enorm moedig en super prijzenswaardig dat er een aantal ondernemers is opgestaan die dingen hebben gedaan waarvan de gevestigde orde dacht dat het enerzijds slecht, stom en volstrekt van de pot gerukt was en dat het daarnaast onmogelijk was. Totdat ze bewezen dat het wél kan. Tony’s Chocolonely is de manier waarop chocola wordt geproduceerd fundamenteel aan het veranderen. Dan heb je het niet meer over de impact van één ondernemer maar over de vooruitgang van een heel systeem. De manier waarop we naar chocolade en sourcing kijken verandert fundamenteel. Sterker nog: de hele conceptie rond fair trade wordt naar een nog hoger niveau getild. Unfair wordt steeds nadrukkelijker onbespreekbaar. Dat is van een ongekende importantie. Het kan. Ook big corporates kunnen het. Als ze maar op een fundamenteel andere manier durven kijken naar hun aandeelhouders en hun waarde. Bedrijven als Patagonia en Interface bewijzen dat. Interface is de eerste grote multinational ter wereld die in 2020 klimaatpositief zal zijn. Dat gaat nog verder dan circulair! Een bedrijf met honderden miljoenen omzet bewijst gewoon dat je het systeem zodanig anders kunt inrichten dat je een positieve footprint hebt. Dat is onvoorstelbaar belangrijk. Dit leren ze allemaal van betekenisvolle ondernemers die het gewoon doen. Mensen voor wie het bedrijf niet alleen maar draait om geld verdienen. Geld is slechts een middel om uiteindelijk een hoger doel te dienen.’
Bartel: ‘Helemaal mee eens. Er kan niet genoeg benadrukt worden dat elke betekenisvolle onderneming, onafhankelijk van de branche waarin ze opereert, drie fasen zou moeten willen doorlopen. In fase 1 creëer je bewustwording van het probleem, in fase 2 geef je het goede voorbeeld door voorop te (blijven) lopen en fase 3 draait volledig om cocreatie met grote, gevestigde partijen om zo veel meer impact te helpen maken. Elke betekenisvolle ondernemer die in staat is om succesvolle bedrijven te helpen om meer betekenisvol te worden, is per definitie succesvoller in het realiseren van zijn missie dan de betekenisvolle ondernemer die dit nalaat. Het is echt de hoogste tijd om de argwaan en het bullshitdenken definitief los te laten en bewustwording de ruimte te geven. Doe het nou niet zoals Shell dat met formele en juridische antwoorden wegkomt op terechte vragen waarom het geen winstbelasting betaalt. Dat je uitleg formeel of juridisch klopt is irrelevant als hetgeen je doet moreel onjuist is. Het is daarnaast indirect ook commercieel heel onverstandig om op die positie te blijven zitten. De business wordt je straks gewoon niet meer gegund. “Jij bent dus niet van ons.” Door het toepassen van dat nieuwe waardeparadigma verandert ook je commerciële speelveld drastisch. De gunningsfactor van betekenisvolle ondernemingen is – zowel in business-to-business- als in business-to-consumermarkten – oneindig veel hoger dan die van merken of ondernemingen die niet hun verantwoordelijkheid nemen. Bovendien is de maatschappelijke impact die je realiseert een absoluut blijvend concurrentievoordeel. Het biedt je zelfs de mogelijkheid om van je concurrenten partners te maken door hen te helpen zich jouw benadering eigen te maken.’
‘DE BUSINESS WORDT JE STRAKS GEWOON NIET MEER GEGUND.’
Sapiens of economicus?
Kees: “Stop doing business, start being human.” Betekenisvol ondernemerschap stelt je in staat om niet langer slechts de rol van homo economicus te spelen. Alleen maar bijdragen aan de economie door inkomen te genereren en uitgaven te realiseren is een ongelooflijk armoedige misvorming van het mens-zijn. In de oude economie kun je alleen maar groeien als homo economicus. Je wordt steeds succesvoller, want je wordt meer waard; je titel en aanzien groeien. Maar er gebeurt helemaal geen reet met je als mens. Je wordt waarschijnlijk alleen maar leger vanbinnen. Het mooie van betekenisvol ondernemen is dat je met heel je ziel en zaligheid, als mens, kunt ondernemen. Dat je niet alleen een bedrijf kunt creëren dat continuïteit kent, maar ook een omgeving waarin leveranciers, afnemers en medewerkers kunnen groeien als individu. Iedereen herkent heel makkelijk – vanuit eigen ervaring in gezinnen en relaties – het gevoel dat je voor een ander wil zorgen. Dat is universeel. Graag begin ik mijn lezingen met de vraag wie er de wereld graag naar de klote wil helpen. Natuurlijk steekt nooit iemand zijn vinger op. Iedereen weet dat we allemaal een moreel ethisch kompas hebben, dat we allemaal liefde kunnen geven en ontvangen etcetera. Betekenisvolle ondernemers zien hun bedrijf als een manier om hun levenswerk te maken, iets te bouwen waar je daadwerkelijk trots op kunt zijn, waar je zingeving uithaalt en alles wat daarbij hoort. Dát is de echte vrijheid in het vrije ondernemerschap.’
Drie categorieën betekenisvolle bedrijven
Bedrijven worden vaak onderverdeeld in grootte: van zzp’ers en klein mkb tot groot zakelijk en alles ertussenin. Je kunt ook op een andere manier kijken en niet de grootte van de organisatie als variabele gebruiken, maar de mate van betekenis die ze heeft. Logischerwijs bestaat de eerste categorie van deze classificatie uit betekenisvolle ondernemers die hun bedrijf hebben opgericht met als expliciete doelstelling het oplossen van een maatschappelijk probleem.’
De tweede categorie betekenisvolle bedrijven (noem het roodgloeiend betekenisvol) bestaat uit familiebedrijven. Die kunnen klein zijn of groot maar hebben bijna altijd een langetermijnfocus. Ook de (achter)kleinkinderen moeten immers de mogelijkheid krijgen in het familiebedrijf te werken. Deze familiebedrijven noemen zichzelf niet per definitie betekenisvol, maar zijn dat stiekem toch wel. Van de week mocht ik spreken bij een afscheidsreceptie van een dame die in de directie heeft gezeten bij Vebego. Formeel is dat gewoon een familiebedrijf in de schoonmaakbranche. Ondertussen is het misschien wel de allergrootste sociale onderneming van Nederland. Het is onvoorstelbaar wat zij allemaal doen. Alleen waren ze daar tot nu toe helemaal niet mee bezig en droegen ze dat zéker niet uit naar buiten. “We zijn gewoon een familiebedrijf en we zorgen graag goed voor onze mensen.” Onze vijfendertigduizend medewerkers beïnvloeden indirect tien miljoen mensen, maar wij vinden onszelf niet zo bijzonder. Die houding kennen veel bedrijven. Simon Levelt is bijvoorbeeld behoorlijk betekenisvol bezig, maar zij noemen zichzelf daarom nog geen fairtradebedrijf.’
De derde groep op de schaal van betekenisvol zijn betekenisloze bedrijven die nog helemaal vastzitten in het belangrijk vinden van aandeelhouderswaarde. Voor hen is het business as usual. De enige manier waarop zij bezig zijn met hun maatschappelijke rol is reactief en defensief. Ze zijn compliant omdat het moet en ze stribbelen vrolijk mee. Deze betekenisloze bedrijven hebben heel veel regelgeving en controle nodig. Anders doen ze het namelijk niet. Er is geen intrinsieke motivatie om het te doen. Zij hanteren een volstrekt ander paradigma.’
De overheid
Bartel: ‘Maar alleen met het bedrijfsleven kom je er niet. De overheid is voor The Colour Kitchen altijd een belangrijke partner geweest. Als het om inclusie gaat, spelen gemeenten en provincies een doorslaggevende rol. Zij zijn de eigenaren, de beheerders en controleurs van alle processen in het systeem dat zich richt op het helpen van mensen “met een achterstand”. Wie is ingericht op procesbeheersing, is niet bezig met het oplossen van problemen. Ik geloof oprecht dat de overheid een belangrijke sleutel in handen heeft voor het oplossen van veel maatschappelijke problemen. Maar overheden leveren procedures, geen oplossingen. Zoveel is de afgelopen decennia wel duidelijk geworden. Voor oplossingen heb je ondernemers nodig die bereid zijn om de sprong in het onbekende te maken. Daarnaast bemerk ik zelfs soms angst bij overheden. Want wat gebeurt er met de banen van de procesbeheerders als het die ondernemers straks nog gaat lukken ook? What’s in it for me? Dat is meteen negatief. Wat zegt het over het werkgeverschap van de overheid als zelfs ambtenaren zich zoiets afvragen? Diezelfde overheid die aan bedrijven vraagt zich als verantwoordelijk werkgever op te stellen, faalt zelf even jammerlijk op dat gebied. Er is geen duurzame relatie mogelijk als je iets vraagt van een ander zonder dat je zelf bereid bent te leveren.
‘PRAAT ER WAT MINDER OVER. DOE HET GEWOON.’
Ondernemers, wethouders en bestuurders in het bedrijfsleven moeten hun medewerkers perspectieven geven. Daar ben je toe verplicht. Dit draait nadrukkelijk niet alleen om mogelijkheden voor mensen “met een afstand tot de arbeidsmarkt”. Iedereen heeft perspectief nodig. Om stappen te durven zetten, om te weten waar je aan bijdraagt. Ambtenaren die dat perspectief niet (vol- doende) ervaren, reageren op alle mogelijke manieren: van stille weerstand tot stille sabotage aan toe en alles ertussenin. Het is natuurlijk kul dat er 1,3 miljoen mensen thuis op de bank zitten, terwijl we allemaal weten dat de oplos- sing gewoon in het bedrijfsleven ligt. Laat iedereen alsjeblieft wennen aan het feit dat mensen er heel divers uitzien en verschillende productiviteitsniveaus hebben. Zo is het leven altijd geweest. Ga het gewoon weer normaal vinden. Faciliteer dat bedrijven zich dit weer eigen kunnen maken en inpassen in hun verdienmodellen en positionering. Praat er wat minder over. Doe het gewoon. Ondertussen zijn overheden vooral heel druk iedereen in hokjes aan het stoppen, stickers te plakken, de inventaris op te maken. Elke classificatie heeft haar eigen regelgeving. Het is niet meer te doen. Het allerergste is dat men niet eens meer ziet over wie het gaat. De gemiddelde ambtenaar weet gewoon niet over wie hij het heeft. De mens is volledig weggestopt.’
Mens of functionaris?
Kees: ‘Er zijn heel veel bestuurders die zo opgaan in hun rol dat ze vergeten hoe het is om mens te zijn. Ik ken heel veel bestuurders, bijna allen met ongelooflijk goede intenties. Je komt in raden van bestuur zelden echt pathologische klootzakken tegen. Ook zij zijn vaders, opa’s en ooms ..., maar alleen als ze thuis zijn. Soms zitten mensen zo vast in de rol die ze vervullen dat ze hun “mensheid” simpelweg kunnen achterlaten bij de ingang en haar weer oppikken op de weg naar buiten. Vooralsnog worden zulke technocraten beloond door het systeem. Wie bouwt aan menselijke waarde(n) kiest ervoor om monetair rendement op te geven ten gunste van een maximale (maatschappelijke) output. Hoe meer je investeert in mensen, hoe slechter het uiteindelijk is voor de bottomline van een bedrijf. Ik vind dat zo pervers, het is zo onvoorstelbaar contraproductief en gaat zo dwars in tegen onze menselijke natuur. Ik geloof in de vrije markt, ik geloof in liberalisme, ik geloof in vrijheid. Maar ik heb het meeste vertrouwen in humanisme. Dat we proberen te streven naar een situatie waarin mensen eerlijk mee kunnen doen. Maar als je constateert dat één procent van de mensen 99 procent van de welvaart in de wereld bezit moet je toch gewoon concluderen dat het systeem is doorgeslagen? Het maatschappelijk debat staat tegenwoordig echter zo op scherp dat je gelijk een linkse socialist wordt genoemd als je iets maatschappelijks doet. Ik snap dat de behoudende krachten graag dergelijke frames gebruiken, maar ze dragen niets bij aan de discussie en ze zijn daarnaast simpelweg on- juist. Betekenisvolle ondernemers zijn niet “links” of “rechts”. Alhoewel een zeker geitenwollensokkengehalte soms niet ontbreekt, zou ik het gros van hen eerder willen karakteriseren als verlichte kapitalisten. Je moet namelijk wél gewoon een onderneming kunnen bestieren en de oldskool activist heeft altijd geleerd dat je daar alleen maar slechter van wordt.’ ‘Het gaat over het feit dat je meer controle uitoefent op jezelf, over het feit dat je je bewust bent van wat een bedrijf is, wie je zelf bent, wat een leven betekenisvol maakt en hoe jij je wil verhouden tot andere mensen. Voor mij is “prudent gedrag” daar de sleutel voor. Wie zich prudent gedraagt dient niet alleen maar het eigen belang maar vooral ook het algemene belang. Het grote probleem van het huidige systeem is dat het mensen prikkelt om niet-prudent gedrag te vertonen. Bedrijven die alleen hun eigen belang dienen staan het hoogst in de lijstjes. Ze maken meer winst en hebben blijere aandeelhouders, maar vertonen gedrag dat buitengewoon niet-prudent is. Je hoeft geen wiskundig genie te zijn om te snappen dat dit niet duurzaam is.’
‘BESPREEK NOU EENS BINNEN DE RAAD VAN BESTUUR WAT JE VANUIT MENSELIJK PERSPECTIEF EIGENLIJK VINDT VAN ALLE ZAKEN DIE JE BEDRIJF DOET.’
Bartel: ‘Even terug naar wat Kees net zei. In raden van bestuur en directies zitten mensen die ook gewoon mens zijn maar daar worden ze niet op afgerekend. Ik snap dat ergens wel. Vroeger ging ik letterlijk door een transformatie tijdens mijn autorit naar kantoor. Thuis ben je papa, maar zodra je je auto parkeert op de vaste parkeerplek van managing director en uitstapt, bén je hem ook. Ik wens iedereen die dit op vergelijkbare wijze ervaart om intervisies te introduceren binnen de directie- of bestuursoverleggen. Ze hebben mij bijna letterlijk naar mijn eerste intervisie moeten slepen. Toen ik dat voor het eerst moest doen, vloog ik zo hard de weerstand in dat ik er zelf van schrok. Hoezo praten over gevoel of over liefde? Ik ben aan het werk! Daarna heeft het me de ogen geopend. Je kunt jezelf niet thuislaten als je gaat werken. Bespreek nou eens binnen de raad van bestuur wat je vanuit menselijk perspectief eigenlijk vindt van alle zaken die je bedrijf doet. Creëer een sfeer waarin onzekerheden of ongemak er mogen zijn, want ik garandeer je dat heel veel bestuursleden zich vrij ongemakkelijk zullen voelen en het liefst hun kop in het zand willen steken zodat ze het er niet over hoeven te hebben. Stap, al is het maar voor een uurtje, uit je ivoren toren. Ik wens ze veel intervisies toe. Dat meen ik oprecht.’
Laat je raken
Kees: ‘Over mentale ontwikkeling gesproken. Valt het je niet op dat veruit de meeste betekenisvolle ondernemers iets zeer wezenlijks met elkaar gemeen hebben? Ik ben er nog nooit één tegengekomen die op een goede dag wakker werd en dacht: Weet je wat? Ik ga betekenisvol ondernemer worden, lijkt me leuk. Ze hebben allemaal iets meegemaakt in hun persoonlijk leven waardoor een probleem plotsklaps hún probleem werd. Die gebeurtenissen kunnen heel groots en meeslepend zijn zoals iemand die zelfmoord pleegt of een broertje dat overlijdt. Maar het kan ook zijn dat je op vakantie langs de kustlijn loopt en opeens heel veel plastic ziet zoals Merijn Everaarts van Dopper het meemaakte. Er is altijd een moment waarop de muur afbrokkelt en je vrij zicht krijgt. Zo kreeg Bernie Glassman van de Greyston Bakery in
zijn persoonlijke situatie ineens te maken met een goede vriend van hem die dak- en thuisloos werd. Dat veranderde iets in hem. Hij begreep ineens wat het betekent om dak- en thuisloos te zijn. Daarom is kwetsbaarheid ook zo’n belangrijke eigenschap van betekenisvolle ondernemers. Je moet je durven laten raken. Als het niet in je hart zit, blijft het een kunstje en dat voelen mensen. Dat is gelijk het kernprobleem van grote corporates. Het is daar bijna een vereiste om muren rond je hart te bouwen. Als je werkt bij een grote onder- neming staat het laten zien van je kwetsbaarheid gelijk aan het doodvonnis van je carrière. Het meest verneukeratief hieraan is dat deze houding in veel corporates als cultuurgoed wordt gezien. Je komt binnen na je studie en het eerste wat ze je afleren is om buiten je verantwoordelijkheid te opereren. Je hebt een rol, die staat op je kaartje en daar gedraag je je naar. Hoe beter je die rol invult, hoe hoger je in het bedrijf komt. Tegen de tijd dat mensen in de top zitten zijn ze zo versmolten met de rol die ze op dat moment invullen dat ze compleet vergeten zijn hoe het is om in hun werkomgeving mens te zijn.’
‘ER IS ALTIJD EEN MOMENT WAAROP DE MUUR AFBROKKELT EN JE VRIJ ZICHT KRIJGT.’
Juist op dat vlak hebben al die betekenisvolle ondernemers zich kwalitatief onderscheiden van de “rolinvullers”. Ze hebben het allemaal aangedurfd zich te laten raken, realiseren zich dat het leven niet meer zo vrijblijvend en van- zelfsprekend is als weleer. Als gevolg daarvan ontstaat er een soort “heilig moeten”. En dat allemaal vanuit de bereidheid je hart open te zetten. De producten die we maken, de productieketens die we inrichten, het materiaal dat we inkopen en de manier waarop we dat bewerken is allemaal te kopiëren. Intrinsieke motivatie, intentie voelen, dat is niet te kopiëren. Dat is je reinste DNA.’ ‘Ik kreeg een aantal jaar geleden bij een niet nader te noemen bedrijf een groepje high potentials onder mijn hoede. Daar zag ik voor het eerst een fenomeen dat ik burn-down heb genoemd. Deze mensen waren aangewezen als de groep die de toekomst van het bedrijf zou vormen ... Maar zij wilden er allemaal weg! Ze raakten zo afgebrand door de cultuur van een bedrijf dat ze niet toestond om iets wezenlijks te veranderen. Daar gaan de corporates op termijn aan kapot. Als zij zich tenminste niet tijdig openstellen voor wat er leeft in de wereld en gaan luisteren naar de stemmen van komende generaties.’
Infectie van binnenuit
Bartel: ‘Dan verliezen ze talenten. Terwijl ze juist koplopers willen zijn. We zijn nu4 serieus in gesprek bij KPMG. Zij hebben van alles geprobeerd, van congressen en lezingen tot workshops en trainingen. Maar het is hen nog niet gelukt om met hun koplopers een serieuze slag te maken en terug te keren naar de basis van het vak. De kern van het accountancyvak is om organisaties concreet verder te helpen. Juist op het gebied van betekenis kan KPMG een voortrekkersrol nemen. Advies over in verbinding staan met je omgeving en met de planeet, helpen bij de bewustwording van de rol die je daarin speelt. Met hun ervaring op het gebied van validatie en hun enorme databases kunnen zij veel betekenen voor het moderniseren van onze maatschappij. Maar dan moeten ze wel eerst zelf het goede voorbeeld geven. Anders wordt het ongeloofwaardig. Ze zullen stappen moeten zetten om het ook van binnenuit te laten kloppen. We hebben KPMG uitgedaagd om een sociale onderneming te starten binnen hun bedrijf. Zo houd je het realistisch want je kunt niet van het ene op het andere moment iets compleet anders (pretenderen te) zijn dan je zojuist was. Je kunt er echter wel naartoe groeien door je te laten infecteren van binnenuit. Dat betekent als eerste dat je mensen nodig hebt die volledig intrinsiek gemotiveerd zijn en de voorbeeldrol op zich durven te nemen in een omgeving waar iedereen wil innoveren maar niemand graag wil veranderen. Ten tweede ga je het zichtbaar maken. Dat stellen we voor om te doen bij het facilitaire bedrijf van KPMG. Op hun beurt gaan zij hun moeder- bedrijf helpen om zich te ontwikkelen op het gebied van impact. En zo hoort het. Purpose People Practice kan elk intrinsiek gemotiveerd bedrijf helpen om zich door te ontwikkelen en in te richten als betekenisvolle onderneming. Afkopen kan gewoon niet meer. Je moet het laten zien. Wat organiseren we nou zelf? Welke samenwerkingsverbanden laten wij nu slagen? Ik zou elke onderneming met niet-bezette vierkante meters willen oproepen: stel die faciliteiten ter beschikking aan betekenisvolle bedrijven in hun incubatiefase zodat ze zich daar kunnen ontwikkelen. Schenk bijvoorbeeld een x-aantal van je beschikbare consultancyuren om niet én pro Deo aan dit soort bedrijven. Maar doe dat dan wel met de opdracht om impact maken en maak het hun doelstelling om samen te werken met het reguliere bedrijfsleven.’
‘WE HEBBEN KPMG UITGEDAAGD OM EEN SOCIALE ONDERNEMING TE STARTEN BINNEN HUN BEDRIJF.’
Raad van Impact
Kees: ‘Ik ben erg kritisch op het geldbeluste systeem dat we hebben gebouwd met z’n allen, maar dat betekent niet dat alles aan dat systeem slecht is. Betekenisvolle ondernemers kunnen ook ontzettend veel leren van conventionele ondernemers. Mijn bedrijf heeft bijvoorbeeld een raad van commissarissen. Zij controleren mij continu op al mijn zakelijke escapades. Als ik niet functioneer dan vlieg ik eruit. Dat is allemaal oké. Heel veel betekenisvolle onder- nemers proberen hun impact zo goed mogelijk te meten, maar er is niemand die ze daarop controleert zoals een RvC dat zou doen. Heb je nou daadwerkelijk de geplande maatschappelijke winst gerealiseerd? Heb je echt genoeg geïnvesteerd? Ik pleit ervoor dat iedere betekenisvolle ondernemer een raad voor impact (RvI) toevoegt aan zijn bedrijf. Enkele wijze vrouwen of mannen met dezelfde drive, verstand van zaken, een goed netwerk en aandacht. Ook zij controleren, net als de RvC, de ondernemer, maar kijken voornamelijk naar impact.’ ‘De hele discussie die in 2018 werd gevoerd rondom Tony’s Chocolonely ging over geld. Je leest over 30 procent lagere salarissen, dividenduitkeringen en over niet-behaalde maar wel geplande impact. Mensen lijken te vinden dat Tony’s alleen maar gaat over geld. Een raad voor impact had direct aantoon- baar kunnen maken dat het niet gaat om inkomen, maar om impact. Omdat heel veel bedrijven dat niet doen, blijft impact een soort zachte wetenschap.’ ‘Het is belangrijk dat iemand anders dan de ondernemer zelf het verhaal vertelt. De RvC in het bedrijfsleven heeft een onafhankelijke positie en behoort het bestuur te controleren. Zij zijn er om jouw verhaal te objectiveren. Zo’n positie zou een RvI ook hebben. Het wordt sterker als anderen het voor je vertellen.’
Wederzijds leren
Bartel: 'Veel te veel betekenisvolle ondernemers behandelen hun bedrijf als een passieproject. Die Begeisterung is belangrijk maar uiteindelijk moet je ook doorgroeien en daadwerkelijk een verschil maken. Daarbij hoef je je menselijkheid echt niet overboord te zetten, maar er valt heel veel te leren van de manier waarop de corporate wereld waarde creëert, zakelijkheid benadert en winst nastreeft. Dat moet je niet letterlijk kopiëren maar je kunt wel “zakelijker” kijken naar impact. Of eigenlijk over de hele linie “zakelijker” te worden. Het voortbestaan van het leeuwendeel van de sociale ondernemers hangt elk jaar weer aan een zijden draadje omdat de zakelijke kant niet op orde is. Er zijn fantastische bedrijven waar we allemaal diep respect voor hebben die elk jaar de begroting dicht breien met subsidies. Autonoom zouden ze niet over- leven omdat ze hun wereld niet zakelijk genoeg weten te benaderen, soms zelfs geeneens een verdienmodel weten in te bouwen. Dat is niet goed voor de beweging. We komen nu in een fase waarin professionaliteit en zakelijkheid belangrijker worden.’ ‘Betekenisvol ondernemerschap wordt op steeds grotere schaal serieus genomen. Laten wij dat ondernemerschap heel serieus gaan nemen. Een belangrijk deel van de betekenisvolle ondernemers moet die slag nog maken. Dat gebeurt gelukkig ook. Je merkt dat iedereen die urgentie voelt en er ook naar handelt. Maar het is nog steeds niet te vergelijken met de wijze waarop de grote corporates bezig zijn. Het is heel makkelijk om hen alleen maar als boeven weg te zetten. Voor een deel zijn ze dat ook en van bedrijven zoals Shell mag dat ook best gezegd worden. Dat zijn misdadigers. Tegelijkertijd kan Shell ons leren hoe je een bedrijf bouwt dat miljarden omzet en in tientallen landen actief is. Het is interessant om te zien dat ze meer dan veertigduizend medewerkers hebben. Hoe doe je dat? Ik zou niets liever willen dan dat The Colour Kitchen ook veertigduizend mensen in dienst zou hebben. Dan gaat het namelijk echt heel erg goed. Misschien is een vergelijking met Van der Valk beter qua schaal. Los daarvan: impact en inkomen zijn absoluut met elkaar verbonden. Dat is interessant. Wie impactgroei wil realiseren, moet inkomensgroei realiseren. En andersom: inkomensgroei is ook een manier om impact te creëren Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.’